De student:
Vormgever en begeleider van leerprocessen
-
kan lesdoelen formuleren, deze vormgeven en nagaan of deze bereikt zijn.
-
kan diverse werkvormen hanteren die overeenkomen met de gestelde lesdoelen en kan hierbij diverse media gebruiken.
Vakdidactische deskundige
-
beheerst de leerstof en is in staat deze inzichtelijk te maken op het niveau van de leerlingen (taalgebruik, voorbeelden)
-
kan zelfstandig een lesplan maken en uitvoeren.
-
heeft zicht op de leerstof op hoofdstukniveau en op onderwerpen van de lesmethode.
Opvoeder
-
toont belangstelling voor de leefwereld van de leerlingen en kan een band opbouwen met een klas.
-
toont zich bewust van zijn voorbeeldfunctie.
Manager van de werksfeer
-
kan zijn/haar grenzen bepalen en aangeven en durft een leidende en begeleidende rol te nemen.
-
heeft een voldoende arsenaal aan beloningen en correcties om een plezierige werksfeer te realiseren.
Docent in brede context
-
toont bereidheid om contacten te leggen en te onderhouden met collega’s en heeft belangstelling voor wat er in de school buiten lesverband gebeurt.
Eindverantwoordelijk voor eigen groei
-
staat open voor feedback, is bereid eigen onderwijsgedrag n.a.v. feedback bij te stellen en kan zelfstandig terugblikken op eigen onderwijsgedrag.
heeft zicht op de eigen ontwikkeling in de opleiding en kan deze expliciteren.
-
heeft kennis van en ervaring met verschillende vormen van het gestructureerd leren van ervaringen.
|
 |
|
Het grootste deel (12 ec) van de cursus vindt plaats op de stageschool. Afhankelijk van het traject dat de student volgt doet hij/zij deze individueel of in 2-of 3-tallen in respectievelijk baan- of stagevariant. De student is tenminste 2½ dag per week op school en heeft minimaal 120 schoolcontacturen. De student geeft minimaal 20 lessen zelfstandig in onder- en bovenbouw (uitgaande van lesuren van 50 minuten).* Op school wordt de student begeleid door een stagebegeleider.
De docent van de cursus of de vakdidacticus bezoekt minimaal één les en bespreekt deze na.
Naast de stagebegeleiding op de school zijn er tweewekelijkse bijeenkomsten in een vaste basisgroep, waarin studenten werken aan hun eigen professionele ontwikkeling.
Meer concreet:
- integreren studenten in deze bijeenkomsten diverse soorten kennis en maken zij een start met het ontwikkelen van een eigen praktijktheorie
- wisselen zij eigen ervaringen uit en verwerken doelgericht feedback
- expliciteren zij de eigen vaardigheden van de docent in opleiding en koppelen deze aan Theorie
- stellen zij leerdoelen op
- analyseren zij eigen professionele ontwikkeling en wordt er (middels een portfolio) gewerkt aan vastlegging van de ontwikkeling en competenties.
Het is verplicht de cursussen Didactiek 1 en Masterstage 1 naast elkaar te volgen.
Als je start met deze cursus in blok 1, begint het onderwijs met een verplichte voltijd startweek in de week van 14 augustus 2017, de laatste week van de schoolvakantie in regio Midden.
* Gedetailleerde richtlijnen voor de stage zijn vastgelegd in de stagebrochure.
|
|
|