SluitenHelpPrint
Switch to English
Cursus: GEO2-4208
GEO2-4208
Toegepaste Aardobservatie
Cursus informatie
CursuscodeGEO2-4208
Studiepunten (EC)7,5
Cursusdoelen
Let op: De cursusinformatie in de studiewijzer is bindend.
 
  • Na de cursus is de student bekend met de basisprincipes van het elektromagnetische spectrum (bronnen van straling, straling-object interactie en straling en atmosfeer interactie); 
  • De student leert de principes en toepassingen van multi-spectrale scanning, hyperspectrale sensoren, radar en thermische remote sensing systemen en heeft na de cursus een overzicht van interessante satelliet- en vliegtuigsensoren voor zijn type werk/onderzoek;
  • Na de cursus kent de student verschillende technieken van data analyse en heeft ze gebruikt voor verschillende toepassingen.
Inhoud
Remote sensing, of aardobservatie, is een techniek die zich snel ontwikkeld heeft sinds de lancering van de eerste aardobservatiesatelliet ERTS-1 in 1972. Er zijn sensoren in een baan om de aarde gebracht of in een vliegtuig gebouwd die waarnemingen kunnen doen in verschillende delen van het eleckromagnetische spectrum: zichtbaar licht, nabij en midden infrarood, thermisch infrarood en het microgolfbereik (radar). Over de jaren is de ruimtelijke resolutie enorm verbeterd van 80 meter voor de eerste satellietsensoren tot <1 meter voor sommige huidige generatie sensoren. Remote sensing beelden blijken uiterst nuttige informatie te bevatten voor een groot aantal disciplines zoals geografie, bosbouw, agronomie, ecologie, geologie, en planologie. De beelden verschaffen informatie over de ruimtelijke spreiding van objecten aan het aardoppervlak, over de onderlinge relatie van deze objecten met elkaar (synoptics) en over object eigenschappen zoals vegetatiebedekking, type gesteente of mineraaltype. Een van de sterkste punten van remote sensing is dat je de veranderingen aan het aardoppervlak nauwkeurig in kaart kan brengen, dit betreft zowel seizoenale veranderingen als langjarige veranderingen.
De cursus laat je kennis maken met verschillende aardobservatiesensoren: hoe werkt de sensor, in welke delen van het elektromagnetische spectrum doet de sensor waarnemingen, wat is ruimtelijke resolutie, in wat voor baan draait de sensor om de aarde, wat voor toepassingen zijn er voor deze sensoren. De cursus behandelt ook de fysische achtergrond van aardobservatie: wat zijn bronnen van elektromagnetische straling, in wat voor golflengte zenden deze bronnen uit, hoe kunnen we ze gebruiken voor waarnemingen van het oppervlak. Vervolgens besteden we aandacht aan hoe objecten elektromagnetische straling reflecteren of uitzenden.
De cursus besteedt daarna aandacht aan beeldverwerking: hoe krijgen we de informatie uit het satelliet- of vliegtuigbeeld? Eerst zijn een aantal voorbewerkingen op beelden nodig: het satellietbeeld moet geometrisch passen op andere geografische bestanden, de gemeten hoeveelheid elektromagnetische straling moet gekalibreerd worden naar fysische eenheden: watts per vierkante meter of reflectance. Hierna behandelen we classificatiemethoden van beelden, spectrale vegetatie indices, beeld ratioing en besteden kort aandacht aan geavanceerde beeldanalyse methode voor hyperspectrale beelden zoals spectral mixture analyses. Een deel van deze, grotendeels statistische, analyses is gebaseerd op de statistische basisprincipes gegeven in GEO1-1120 Wiskunde/Fysica 1.
Het computerpracticum laat je kennis maken met deze methoden en technieken. Je gaat zelf aan de gang met satellietbeelden van Nederland en van elders, kalibreert en classificeert deze beelden, onderzoekt change detection methoden en leert de waarde van satellietbeelden en vliegtuigbeelden voor je eigen onderzoek in te schatten.
SluitenHelpPrint
Switch to English