SluitenHelpPrint
Switch to English
Cursus: FI2V18001
FI2V18001
Continentale filosofie
Cursus informatie
CursuscodeFI2V18001
Studiepunten (EC)7,5
Cursusdoelen
-           Inzicht geven in belangrijke thema’s, debatten en concepten binnen de 20e-eeuwse continentale filosofie;
-           Inzicht geven in belangrijke auteurs, tradities, en stromingen binnen de 20e-eeuwse continentale filosofie;
-           Kennis laten maken met, en kunnen lezen van, bepalende teksten uit de 20e-eeuwse continentale filosofie;
-           Zinvol reflecteren op het onderscheid continentaal-analytisch;
-           Leren interpreteren van uiteenlopende filosofische stijlen en methoden;
-           Zinvol en kritisch academisch kunnen schrijven over uiteenlopende filosofische stijlen en methoden.
Inhoud
Deze cursus biedt een kennismaking met belangrijke auteurs en stromingen binnen de 20e-eeuwse continentale filosofie. Doel van de cursus is niet zozeer een continue bezinning op het onderscheid tussen continentaal en analytisch (hoewel dat zeker aan de orde komt), maar vooral een kennismaking met belangrijke teksten, stromingen en tradities binnen de continentale of Europese filosofie van de 20e eeuw. In het vak staan steeds 2 tot 3 belangrijke thema’s centraal (zoals geschiedenis, wetenschap, geweld, kunst, verantwoordelijkheid of taal). De thema’s worden behandeld aan de hand van debatten (empirisch en transcendentaal; systeem en transgressie; vooruitgang en crisis; autonomie en heteronomie) en belangrijke of controversiële concepten (zoals differentie, interpretatie, tijd, kritiek of metafysica), om zo inzicht te geven in verschillende continentale tradities en benaderingswijzen (zoals fenomenologie, kritische theorie, existentialisme, hermeneutiek of deconstructie). Het onderscheid tussen continentaal en analytisch is voor een belangrijk deel een verschil in filosofische methode. Mede daarom zal de nadruk bij de literatuur liggen op het kunnen lezen, met behulp van secundaire literatuur, van belangrijke primaire teksten van auteurs als Nietzsche, Bergson, Heidegger, Benjamin, Adorno, Arendt, Merleau-Ponty, Sartre, Gadamer, Foucault, Lévinas of Derrida. Wekelijks is er: (1) een hoorcollege waarin de bredere context van de debatten en thema’s wordt beschouwd; (2) een tekstcollege dat draait om interpretatie van primaire teksten, en (3) een werkcollege voor discussie en debat. Het vaardighedenonderwijs in dit vak richt zich op het kunnen interpreteren van – en het zinvol en kritisch academisch kunnen schrijven over – uiteenlopende filosofische stijlen en methoden.

LET OP: je hebt voorkennis nodig om deze cursus te kunnen volgen (zie ingangseisen). Bij twijfel over voldoende voorkennis kun je contact opnemen met de cursuscoordinator.
SluitenHelpPrint
Switch to English