SluitenHelpPrint
Switch to English
Cursus: FA-BA302
FA-BA302
Cardiovasculaire aandoeningen
Cursus informatie
CursuscodeFA-BA302
Studiepunten (EC)7,5
Cursusdoelen
Na afronding van deze cursus is de student in staat om: 
1. De belangrijkste klinisch farmacologische, farmaco-epidemiologische en biostatistische begrippen uit te leggen 
2. De belangrijkste klinisch farmacologische, farmaco-epidemiologische en biostatistische begrippen toe te passen binnen een onderzoeksopzet
3. De kwaliteit van gerapporteerd experimenteel en observationeel geneesmiddelenonderzoek te beoordelen
4. De werking en regulatie van het circulatoire systeem op het niveau van receptoren, cellen, weefsels en individu uit te leggen door het integreren van de eerder opgedane kennis over de anatomie en fysiologie van hart en bloedvaten
5. De fysiologische processen die een rol spelen bij bloedplaatjesaggregatie (trombose), bloedstolling (coagulatie) en fibrinolyse (trombolyse) te beschrijven op het niveau van moleculen, receptoren, cellen en weefsels.
6. Uit te leggen wat het verschil is tussen primaire en secundaire hemostase.
7. De fysiologische processen die een rol spelen bij het lipoproteïnemetabolisme te beschrijven op het niveau van moleculen, receptoren, cellen en weefsels.
8. Uit te leggen en te verklaren wat de oorzaken en gevolgen zijn van coronaire doorbloedingsstoornissen (angina pectoris, myocardinfarct) op het niveau van cellen, weefsels en individu.
9. Uit de te leggen en te verklaren wat de oorzaken en gevolgen zijn van arteriële hypertensie op het niveau van cellen, weefsels en individu.
10. Uit te leggen en te verklaren wat de oorzaken en gevolgen zijn van cerebrovasculair accident, veneuze trombose en atherosclerose op het niveau van cellen, weefsels en individu.
11. Klinisch chemische parameters (bloedwaarden (troponine, CK-MB, SGOT, LDH) in verband te brengen met de diagnostiek van het acuut coronair syndroom.
12. Klinisch-chemische parameters van bloedvetten in verband te brengen met de diagnostiek van het risico op hart- en vaatziekten.
13. Aan de hand van een gegeven structuurformule uitspraken te doen over fysisch-chemische eigenschappen van het farmacon, uit te leggen welke vormen van fysisch-chemische bindingsinteracties van belang zijn bij de herkenning van het farmacon door het target-molecuul en uitspraken te doen over de toepasbaarheid als geneesmiddel
14. De farmacologische aangrijpingspunten van geneesmiddelen bij een aantal cardiovasculaire aandoeningen te beschrijven en, indien mogelijk, het therapeutisch effect van deze geneesmiddelen te verklaren
15. Aan de hand van wetenschappelijk literatuur de theoretische werking en toepasbaarheid van een klasse van geneesmiddelen in eigen woorden samen te vatten en dit te relateren aan het medicamenteuze beleid van bovengenoemde cardiovasculaire aandoeningen.
16. De niet-medicamenteuze behandeling (dotteren, stentplaatsing) bij een acuut coronair syndroom te beschrijven.
17. De belangrijkste en/of meest voorkomende bijwerkingen van onder leerdoel 14 genoemde geneesmiddelen te benoemen en, indien mogelijk, te verklaren.
18. Op basis van het behandeldoel, onderscheid te maken in de toepassing van geneesmiddelen bij de primaire preventie, acute behandeling en secundaire preventie van bovengenoemde cardiovasculaire aandoeningen.
19. De biofarmaceutische eigenschappen van sublinguale toedieningsvorm (nitraten) en vertraagde afgifte preparaten (isosorbide-5-nitraten) uit te leggen
Inhoud
Binnen de cursus wordt een aantal veel voorkomende cardiovasculaire aandoeningen behandeld, te weten: arteriële hypertensie, CVA, veneuze trombose, atherosclerose, coronaire doorbloedingsstoornissen en acuut coronair syndroom. Hiertoe wordt eerst het cardiovasculair systeem tot op moleculair niveau uitgediept a.d.h.v. aan aantal thema’s, te weten: hart en bloedvaten, de nier, primaire hemostase, secundaire hemostase en bloedvetten. Ook wordt aandacht besteed aan de voor deze thema’s relevante geneesmiddelen en worden deze fysiologische en farmacologische inzichten gebruikt om de pathofysiologie en farmacotherapie van bovenstaande cardiovasculaire aandoeningen uit te leggen.
Hiernaast wordt er aandacht besteed aan klinisch geneesmiddelenonderzoek en de daarvoor relevante methodologie en statistiek. Deze begrippen worden behandeld aan de hand de verschillende fasen van geneesmiddelonderzoek, te weten: de gerandomiseerde cross-over en parallelle studies (fase I en III), de observationele cohort en patiënt-controle onderzoeken (fase IV) en de (netwerk) meta-analyses.
SluitenHelpPrint
Switch to English