Na dit blok heeft de student kennis van verschillende toedieningsvormen en wat daarmee in het lichaam gebeurt. Daarnaast is de student in staat om een product samen te stellen op basis van theoretische kennis. De student kan het gehele proces van bereiding tot aan kwaliteitscontroles omschrijven in een verslag en zelfstandig uitvoeren.
|
|
In dit blok staat het product centraal. De student leert de achtergrond van een aantal toedieningsvormen, namelijk capsules, dranken, zetpillen en injectiepreparaten. Hierbij zijn de orale toedieningsroutes het meest belangrijk. De student leert inzien wat er gebeurt na inname van een preparaat, hoe de samenstelling hier invloed op heeft, en wat het lichaam er vervolgens mee doet (kinetiek).
|
|