SluitenHelpPrint
Switch to English
Cursus: B-B3INB16
B-B3INB16
Internationaal natuurbeheer
Cursus informatie
CursuscodeB-B3INB16
Studiepunten (EC)7,5
Cursusdoelen
Doel
Het doel van de cursus is om studenten te laten zien dat goede ecologische kennis en onderzoeksvaardigheden onmisbaar zijn voor duurzaam beheer van ecosystemen.
Inhoud
Ingangseisen
De cursussen Biologie en ecologie van planten, Ecologieen de niveau 2 cursus Natuurbeheer, duurzaamheid en plantendiversiteit.
De niveau 3 cursus Biodiversiteit en landschap wordt aanbevolen.
Uitsluiting
Vanwege overlap hebben studenten die de cursus Tropische ecosystemen en klimaat hebben gevolgd, GEEN toegang tot deze cursus.
Studiepad
De cursus is onderdeel van het studiepad Ecologie en Natuurbeheer.
Inhoud
Het natuurlijk kapitaal van de wereld gaat hard achteruit: veel soorten worden zeldzaam of sterven uit, ecosystemen raken meer en meer gedegradeerd en natuurlijke hulpbronnen raken uitgeput. Er is dus een dringende behoefte aan duurzaam beheer van natuur.
Om natuur duurzaam te beheren is ecologische kennis nodig. We moeten begrijpen hoe ecosystemen functioneren, welke rol biodiversiteit hierin speelt en hoe ‘global change’ hier effect op heeft. Daarnaast moeten we weten hoe we beheersplannen kunnen vormgeven zodat natuur, biodiversiteit en de diensten en producten die ecosystemen leveren, behouden blijven voor de toekomst.
Deze cursus richt zich op verschillende ecosystemen en bedreigingen, waarbij de nadruk ligt op tropische systemen en klimaatverandering. De focus ligt vooral op tropische bossen omdat deze het meest divers zijn en vele diensten en producten leveren, maar ook het meest bedreigd worden, en omdat tropische bossen een grote rol spelen in klimaatverandering.
 
Planning
In het eerste deel van de cursus richten we ons op de link tussen tropische bossen en klimaatverandering. Je leert hoe planten en bossen reageren op een verhoogd CO2 gehalte in de atmosfeer en een stijgende temperatuur. We gebruiken hiervoor een koolstofmodel dat simuleert hoe de fotosynthese in een blad verandert door een veranderend klimaat. Vervolgens kan worden berekend welk effect dit heeft op de koolstofopslag van een tropisch bos. Door CO2 opname kunnen planten de opwarming van het klimaat afremmen. Maar hoe veel CO2 nemen bossen daadwerkelijk op en hoe zal dit in de toekomst veranderen? We laten jullie zien hoe je hier schattingen van kunt maken.
In het volgende deel gaan we in op diensten die graslanden leveren, welke rol biodiversiteit hierin speelt en hoe het functioneren van deze ecosystemen verandert door klimaatverandering. We doen dit aan de hand van colleges en (schrijf/lees)opdrachten. Je leert tevens om goede onderzoeksvragen te formuleren en je bedenkt een proefopzet om deze te beantwoorden.
Vervolgens krijg je college van Jaboury Ghazoul, de leerstoelhouder van de Prince Bernhard Chair for International Nature Conservation. Jaboury zal o.a. vertellen over grootschalige landbouw in de tropen, met name over palmolie, koffie en cacao. Hij laat zien hoe de groeiende wereldpopulatie en het veranderende klimaat effect hebben op de biodiversiteit en de productiecapaciteit van deze systemen. Het wordt je ook duidelijk wat jouw consumptiegedrag hiermee te maken heeft!
In week 6 wordt een theoretische toets afgelegd over alle opgedane kennis in week 1-5.
In het laatste deel van de cursus gaan jullie in kleine groepjes een eigen onderzoek uitvoeren waarbij je het model uit het begin van de cursus gebruikt. Er zullen verschillende opties worden aangeboden nav de thema’s die aan bod zijn gekomen in week 1-6. Je kan bijvoorbeeld gaan simuleren wat de gevolgen zullen zijn van de productie van biobrandstoffen of (niet)duurzame houtkap voor de koolstofopslag in tropische bossen. Naar aanleiding van deze opdracht schrijf je een beheersplan of een wetenschappelijk rapport.
 
Werkvormen
De theorie wordt behandeld in de vorm van hoorcolleges, computerpractica en (schrijf/lees)opdrachten, en behelst vooral week 1-6. Dit wordt afgerond met een theorietoets. In week 7-10 van de cursus voer je onder begeleiding een eigen onderzoek uit. Je schrijft naar aanleiding daarvan een beheersplan of wetenschappelijk rapport.
 
Toetsing
De toetsing vindt plaats op basis van de theorietoets (50%) en het beheersplan of wetenschappelijk rapport (50%). Alle onderdelen moeten echter wel voldoende zijn om voor de cursus te slagen.
 
Studiemateriaal
Relevante literatuur wordt op blackboard geplaatst.
 
SluitenHelpPrint
Switch to English