SluitenHelpPrint
Switch to English
Cursus: B-B3GESB05
B-B3GESB05
Geschiedenis en wijsbegeerte van de Biologie
Cursus informatie
CursuscodeB-B3GESB05
Studiepunten (EC)7,5
Cursusdoelen
In deze cursus leer je een kritisch beeld te vormen van de geschiedenis van de biologie en de moderne biologie in een wetenschapsfilosofisch perspectief te plaatsen. Daarnaast ontwikkel je vaardigheden in  literatuurstudie en het voeren van een wetenschappelijke discussie
Aan het einde van de cursus kun je:
  • de belangrijkste historische ontwikkelingen in de negentiende en twintigste eeuw beschrijven die hebben geleid tot de moderne biologie,
  • de belangrijkstee  wetenschapsfilosofische achtergronden van moderne biologische theorieën beschrijven en analyseren.
Vaardigheden
  • Lezen en begrijpen wetenschapshistorische teksten en wetenschapsfilosofische teksten,
  • systematische benadering van problemen,
  • kritisch denken, wetenschappelijke discussie, reflexie,
  • mondelinge rapportage.
Inhoud
Ingangseisen
De cursus is alleen toegankelijk voor studenten in het derde studiejaar.
 
Studiepad
Deze cursus is van belang voor biologiestudenten met historische en wijsgerige belangstelling en voor alle studenten die overwegen een master te doen in History and Philosophy of Science en Science Education and Communication. De cursus maakt onderdeel uit van de minor Geschiedenis en Filosofie van de Natuurwetenschappen.

Inhoud
De cursus begint met de historische colleges. Deze vormen een zelfstandig onderdeel en leveren tegelijkertijd het basismateriaal voor het filosofische deel. We behandelen de periode ca. 1800 - ca 2000 en concentreren ons op de ontwikkeling van de biologie tot een aparte natuurwetenschappelijke discipline. Centraal in dit proces staat de wisselwerking van twee onderzoekprogramma’s, respectievelijk gekenmerkt door een beschrijvende en een experimentele (causaal-analytische) aanpak.
Onderwerpen die aan de orde komen zijn onder andere:
  • de rol van Kants Kritik der Urteilskraft bij het ontstaan van de teleomechanische onderzoeksrichting,
  • Cuvier en de formulering van het morfologische programma,
  • Darwins evolutietheorie als een eerste poging om de functionele en de morfologische invalshoek te verenigen,
  • de tegenstelling tussen ‘experimentalists’ en ‘naturalists’ rond 1900,
  • de opkomst van de synthetische evolutietheorie en het aandeel daarin van de verschillende biologische disciplines, en
  • de theoretische en methodologische grondslagen van de moleculaire biologie.
Het wijsgerige deel van de cursus begint met een korte inleiding in de algemene wetenschapsfilosofie, toegelicht aan de hand van voorbeelden uit de geschiedenis van de biologie. Centraal staat de vraag naar de legitimiteit van de status die natuurwetenschap heeft, ook in onze maatschappij: waarom hechten we waarde  aan wat 'de wetenschap' beweert?
Daarna gaan we in op de vraag naar het eigen karakter van de biologie. De manieren van theorievorming en de verklaringsprincipes in de biologie verschillen op het eerste gezicht nogal van die in de natuur- en scheikunde. Is dit een zwakte en zou biologie er naar moeten streven een ‘echte harde wetenschap’ te worden? Of heeft het te maken met het eigen karakter van het onderwerp van studie? Bijvoorbeeld met het specifieke karakter van het evolutieproces? Of met de complexiteit en organisatiegraad van het leven?
 
Zowel in de historische als in de wijsgerige colleges confronteren we je met verschillende visies op diverse onderwerpen. Hiermee verwerf je inzicht in en oordeelsvermogen over de werkwijze van de wetenschapshistoricus en –filosoof.
 
Werkvormen
Hoor- en werkcolleges
 
Toetsing
Tentamen historisch deel, 50%, tentamen wijsgerig deel, 50%
 
SluitenHelpPrint
Switch to English