|
1. Het verwerven van kennis van en inzicht in het ontwikkelingspotentieel en in de aard en oorzaken van de leer- en ondersteuningsbehoeften van kinderen en jeugdigen met diverse achtergronden.
2. Het verwerven van kennis van en inzicht in de werking van onderwijsstelsels en modellen van intersectorale coördinatie van onderwijs en zorg in internationaal perspectief, gericht op de wijzen waarop binnen stelsels en systemen het ontwikkelingspotentieel van kinderen wordt bevorderd en aan de onderwijs- en zorgbehoeften van leerlingen met diverse achtergronden wordt tegemoet gekomen.
3. Het verwerven van kennis van en vaardigheden in ‘pedagogische engineering’, dat wil zeggen in het ontwerpen van handelingsplannen en ondersteuningsstructuren op het niveau van kinderen, klassen, scholen en samenwerkingsverbanden met als doel het ontwikkelingspotentieel van kinderen in het algemeen en van kinderen uit specifieke sociale en etnisch-culturele groepen beter te realiseren.
4. Het verwerven van kennis van (formatieve) assessment, diagnostiek en omgevingsanalyse om het ontwikkelingspotentieel en de ondersteuningsbehoeften van kinderen vast te kunnen stellen.
|
 |
|
|
De cursus Inclusief onderwijs en passende zorg is bedoeld ter voorbereiding op het werkveld onderwijs en (gehandicapten)zorg, waar zo’n 40% van de studenten in werkzaam zal zijn. Het is een verdiepende cursus die voortbouwt op kennis opgedaan in Ba-1 (Pedagogische systemen, Culturele Diversiteit) en Ba-2 (Diagnostiek en Behandeling). De cursus bereidt voor op de masteropleidingen CCFES (i.h.b. leerlingenzorg, gehandicaptenzorg, passend onderwijs) en Youth, Education & Society (i.h.b. preventie van onderwijsachterstand, culturele inclusie, preventief jeugdbeleid).
Centraal staat het idee hoe voor kinderen met specifieke behoeften het onderwijs optimale mogelijkheden kan bieden om hun ontwikkelingspotentieel te realiseren. Er wordt ingegaan op de wetenschappelijke grondslag van specifieke behoeften, waaronder de deficietbenadering op het gebied van cognitieve leer- en ontwikkelingsproblemen en gedragsproblemen, en vooral onder welke pedagogische voorwaarden op verschillende systeemniveaus het potentieel van kinderen het beste gerealiseerd kan worden.
De cursus gaat in op Passend Onderwijs: In hoeverre slagen scholen erin om, al of niet in samenwerking met buitenschoolse partners, leerlingen te ondersteunen bij het realiseren van hun ontwikkelingspotentieel? De oriëntatie betreft enerzijds het onderwijssysteem van voorschoolse opvang en educatie en primair onderwijs en anderzijds de samenwerking met instellingen voor zorg en gezinsondersteuning buiten het onderwijs. In de cursus wordt ook aandacht besteed aan een internationale oriëntatie op onderwijsstelsels, modellen van inclusie en intersectorale samenwerking. Aandacht wordt besteed aan gangbare en nieuwe, innovatieve methoden en protocollen op het gebied van (formatieve) assessment, (dynamische) diagnostiek en de analyse van thuis-, klas- en schoolomgeving in een diverse samenleving. Daarnaast worden studenten aan de hand van praktische ontwerpopdrachten ingevoerd in ‘pedagogische engineering’: zij worden uitgedaagd om na te denken over welke maatregelen (‘arrangementen’) er te treffen zijn binnen het onderwijs- en zorgsysteem en in samenwerking van het onderwijs met andere instellingen. Studenten leren daarbij vanuit co-creatie (in plaats van een expertpositie) na te denken over de (her)inrichting van het (speciaal, passend) onderwijs op verschillende systeemniveaus.
|
|
|