SluitenHelpPrint
Switch to English
Cursus: 201000116
201000116
Test en observatievaardigheden
Cursus informatie
Cursuscode201000116
Studiepunten (EC)7,5
Cursusdoelen
  • De student heeft kennis van verschillende soorten observatiemethoden, tests en toetsmethoden die gebruikt worden ten behoeve van diagnostische besluitvorming.
  • De student leert gestructureerd een kind observeren en daarover schriftelijk rapporteren. De student kan verschillende tests afnemen, scoren en interpreteren en integreren met overige informatie
  • De student heeft kennis van testtheorieën en psychometrische kenmerken van tests en kan dit toepassen ten behoeve van de beroepspraktijk.
  • De student geeft in de vorm van persoonlijke leerdoelen sturing aan zijn/haar eigen leerporcoes en kan hierover kritisch reflecteren op zijn/haar eigen handelen


Relatie tussen de toetsen en leerdoelen

De cursus bestaat uit een reeks praktische opdrachten. Deze opdrachten sluiten nauw aan bij de leerdoelen. Zo zullen studenten getraind worden in het leren observeren en een observatieverslag schrijven. Ze zullen ook beoordeeld worden op hun vaardigheden in het selecteren, afnemen, scoren van tests en het mondeling en schriftelijk hierover rapporteren. Dit wordt gedaan aan de hand van a) casuïstiek die gepresenteerd wordt in de opdrachten en b) een observatie van een kind in een natuurlijke situatie (bijvoorbeeld op het schoolplein in een pauze) c) een testafname en bijbehorende rapportage bij een kind en zijn/haar ouders. Het is daarom nodig dat iedere student zelf een kind (leeftijd tussen 8 en 12 jaar, basisschool) en zijn/haar ouders bereid vindt om mee te werken aan deze opdracht. Meer informatie hierover wordt bij aanvang van de cursus verstrekt.
 
Inhoud
De cursus richt zich op het ontwikkelen van professionele vaardigheden die nodig zijn in de beroepspraktijk en wetenschappelijk onderzoek. De vaardigheden die centraal staan hebben betrekking op de onderkenning van opvoedings- en ontwikkelingsproblemen bij kinderen en jeugdigen.
Tijdens de cursus wordt er geoefend met observeren en afname, scoren, interpreteren en rapporteren over verschillende typen onderzoeksinstrumenten die (veelvuldig) gebruikt worden in de beroepspraktijk van (ortho)pedagogen. Er wordt geoefend aan de hand van diverse tests. Op de eerste plaats zijn dit genormeerde tests die een sterk gestandaardiseerde instructie hebben (bijvoorbeeld de intelligentietest WISC-V). Er is in de cursus nadrukkelijk aandacht voor de psychometrische kenmerken van tests. Daarnaast wordt geoefend met criteriumtoetsen, waarmee het didactisch niveau van kinderen kan worden bepaald. Ook zul je vaardig worden in de afname, scoring en interpretatie van vragenlijsten die bij ouders en/of kind kunnen worden afgenomen. Tenslotte leer je de grote hoeveelheid informatie die je hebt verzameld bij meerdere informanten (zoals bijvoorbeeld ouders en kind) te integreren, te koppelen aan theorie en terug te koppelen aan ouders en kinderen.
In de cursus zal ook aandacht zijn voor het ontwikkelen van een professionele attitude. Studenten worden gestimuleerd hun eigen leerproces vorm te geven door persoonlijke leerdoelen op te stellen, te evalueren en bij te stellen voor toekomstige situaties. 
Deze cursus past onder andere binnen de leerlijn klinische vaardigheden. De werkcolleges bestaan uit maximaal 20 studenten.
 
 
SluitenHelpPrint
Switch to English