SluitenHelpPrint
Switch to English
Cursus: 200300061
200300061
Ontwikkelingspsychopathologie
Cursus informatie
Cursuscode200300061
Studiepunten (EC)7,5
Cursusdoelen
Kennis en inzicht verwerven met betrekking tot ontwikkelingspsychopathologie, d.w.z. de ontwikkelingspsychologische visie op psychopathologie en diagnostiek in de kinder- en jeugdperiode (gevorderd niveau). Daarbij is er zowel aandacht voor de theoretische onderbouwing als voor de toepassing van die kennis in de klinische praktijk van een K&J-psycholoog. Je leert:
  • Wanneer gedrag, emoties of cognities als deviant worden gezien.
  • De kenmerken van de belangrijkste syndromen bij kinderen en jeugdigen; symptomen en bijbehorende diagnostiek. Daarbij is er veel aandacht voor de invloed van leeftijd, zowel met betrekking tot de prevalentie van pathologie als met betrekking tot leeftijdsspecifieke uitingsvormen van psychopathologie.
  • Ontwikkelingspsychologische verklaringsmodellen voor psychopathologie. Recente bevindingen uit onderzoek naar risicovormende en beschermende factoren die gedurende de ontwikkeling een rol spelen bij het ontstaan en/of in stand houden van problematisch gedrag, alsmede hoe die factoren elkaar kunnen versterken (transactionele verklaringsmodellen).
Voor K&J-studenten:
  • Je leert werken met een gangbaar hypothese toetsend diagnostisch procesmodel (diagnostische cyclus), gericht op de ontwikkelingspsychologische praktijk, aan de hand van casuïstiek. Daarbij wordt kennis en ervaring opgedaan met betrekking tot het toetsen van hypotheses met behulp van specifiek onderzoeksmateriaal. De nadruk in deze cursus ligt op de intake, klacht- en probleemanalyse en bijbehorend onderzoeksmateriaal. Ook richtlijnen voor een juiste manier van rapporteren van de bevindingen zullen worden gegeven, zoals gangbaar in de praktijk van de K&J-psychologie. De verklarende en de indicerende analyse komen aansluitend aan bod in de cursus ‘Psychodiagnostiek in de ontwikkelingspsychologische praktijk: kinderen en jeugdigen’. Na deze twee cursussen beschikken studenten over de startcompetenties voor het uitvoeren van een K&J-praktijkstage.
Voor niet-K&J-studenten:
  • Je verwerft kennis over een gangbaar hypothese toetsend diagnostisch procesmodel (diagnostische cyclus) aan de hand van casuïstiek. Alle stappen van het diagnostisch model (intake, klacht-, probleem-, verklarende en indicerende analyse) komen daarbij globaal aan bod, maar de nadruk is minder gericht  op de specifieke K&J-beroepsvaardigheden en bijbehorend onderzoeksmateriaal dan bij de werkgroepen voor K&J-studenten. De opgedane kennis geeft een goed beeld van de K&J-praktijk en bijbehorende onderzoeksmethoden, maar studenten beschikken na deze cursus niet over de startcompetenties voor het uitvoeren van een K&J-praktijkstage.
Relatie tussen toetsen en leerdoelen
Kennis over de kenmerken van de belangrijkste syndromen en bijbehorende diagnostiek en verklaringsmodellen zal getoetst worden door middel van een combinatie van mc- en open vragen, waarbij de mc-vragen meer op feitenkennis en de open vragen meer op inzicht en kunnen toepassen van kennis gericht zullen zijn. Ook zijn er bonuspunten te verdienen met oefenvragen gedurende de cursus.
De vaardigheden in het toepassen van het diagnostisch procesmodel op casuïstiek zullen getoetst worden met behulp van de eindopdracht behorend bij de werkgroepen. Bij K&J-studenten zal daarbij de nadruk liggen op de intake, klachtanalyse, het formuleren en toetsen van onderkennende hypotheses (met relevante onderzoeksinstrumenten en juiste (kritische) interpretatie van resultaten), de integratie van de toetsingsresultaten (met eventuele classificatie) en de professionele verslaglegging van al deze stappen in het model. Bij studenten van andere studiepaden wordt het globaal kunnen toepassen van alle fasen in het diagnostisch proces getoetst.
Inhoud
De theoretische kennis over de belangrijkste syndromen bij kinderen en jeugdigen, alsmede de huidige kennis over factoren die een rol spelen bij het ontstaan en in stand houden van de problematiek zullen vooral in de hoorcolleges aan bod komen. Daarbij wordt voortgebouwd op kennis over de normatieve ontwikkeling uit de cursussen 'Ontwikkelingspsychologie', 'Sociale en emotionele ontwikkeling' en 'Cognitieve ontwikkeling'. In de werkgroepen wordt geleerd hoe die wetenschappelijke kennis wordt toegepast in de klinische praktijk voor kinderen en jeugdigen. Het diagnostisch procesmodel dat gebruikt wordt is een handelingsgericht hypothese toetsend model en sluit aan bij de kennis uit de cursus 'Grondslagen van de psychologische diagnostiek en testtheorie'. Daarbij komen met name in de K&J-werkgroepen ook de veel gebruikte onderzoeksmaterialen aan bod, waarbij studenten leren wat die instrumenten meten, hoe de kwaliteit van die instrumenten wordt bepaald, hoe resultaten dienen te worden geïnterpreteerd en hoe informatie uit diverse bronnen geïntegreerd moet worden.

N.B.: Studenten van het studiepad 'Kinder- en Jeugdpsychologie' wordt sterk aangeraden om de cursus 'Ontwikkelingspsychopathologie' en de cursus ‘Psychodiagnostiek in de ontwikkelingspsychologische praktijk: kinderen en jeugdigen’ in hetzelfde collegejaar te volgen in verband met de op elkaar afgestemde werkgroepopdrachten (betreffende diverse stappen van het diagnostisch model).
De werkgroepen voor studenten uit andere studiepaden hebben een andere inhoud. Indien deze studenten ook de cursus ‘Psychodiagnostiek in de ontwikkelingspsychologische praktijk: kinderen en jeugdigen’ willen gaan volgen (en eventueel ook toegang willen krijgen tot de master K&J-psychologie), moeten zij de werkgroepen volgen voor K&J-studenten (en zich ook inschrijven voor het studiepad K&J-psychologie).
SluitenHelpPrint
Switch to English