Na deze cursus is de student in staat om:
1. klinisch chemische parameters toe te passen bij het bewaken en voorkomen van toxiciteit van
farmacotherapie
2. beschikbare biomarkers toe te passen bij het individualiseren van specialistische farmacotherapie
(voorbeelden van biomarkers zijn biochemische parameters, genetica, beeldvorming en patientvragenlijsten)
3. andere zorgverleners adequaat schriftelijk te adviseren over aspecten van farmacotherapie
4. de toxicologische effecten van geneesmiddelen te herkennen en het mechanisme achter de toxiciteit te
begrijpen
5. op basis van (bio) analytische data een diagnose van toxiciteit te bevestigen en een
therapie/behandeladvies te geven
6. een aanvraag voor een bloedspiegelbepaling te toetsen op diagnostische en therapeutische rationaliteit
en te adviseren naar aanleiding van uitslagen
7. zijn of haar adviezen gestructureerd vast te leggen in de medische status van de patiënt
8. de medicatieoverdracht bij opname en ontslag te waarborgen voor een individuele patiënt
9. vraagstukken met betrekking tot therapeutische substitutie van geneesmiddelen naar behoren te
beantwoorden en beargumenteren in het kader van ziekenhuisformularia
10. een beschrijving van een farmaceutisch proces te maken en te beoordelen op compliance aan normen
en richtlijnen
11. de uitgangspunten voor verantwoorde inzet van antibiotica te beschrijven
12. op basis van verantwoord antibioticumbeleid voor de individuele patiënt een adequate antibiotische
therapie te kiezen
13. de PK/PD principes toe te passen om doseringen rationeel te kunnen aanpassen voor een individuele
patiënt
14. de (on)mogelijkheden met totale parenterale voeding en sondevoeding te bespreken en vraagstukken
met betrekking tot gelijktijdige toediening met geneesmiddelen te beantwoorden
15. de (on)mogelijkheden van nucleair geneeskundige diagnostiek en radiofarmacie te overzien inclusief
radiochemie, de beschikbare imaging modaliteiten en interacties met reguliere geneesmiddelen
16. keuringsresultaten aan grondstoffen, verpakkingsmaterialen of farmaceutische producten te
beoordelen en aan de hand van criteria vrij te geven voor gebruik
17. de opzet van een geneesmiddelenstudie kritisch te beoordelen
18. een wetenschappelijk verantwoord farmacotherapeutisch behandelplan op te stellen
19. onderbouwd met argumenten de verantwoordelijkheid te nemen voor een uitgebracht advies
20. de collectieve functies van de apothekers van het ziekenhuis uit te leggen en de rol van deze apothekers
te plaatsen in de actualiteit van de zorg
|