De student:
- Kent de diverse onderzoeksmethoden binnen de religiewetenschap en de islamwetenschap;
- Kan een onderzoekbare probleemstelling op het gebied van de religiewetenschap of de islamwetenschap formuleren;
- Maakt een beredeneerde keuze voor een onderzoeksmethode bij deze probleemstelling en kan dit tot een onderzoeksplan uitwerken;
- Toont aan over de academische vaardigheden te beschikken die van een Bachelor Religiewetenschap of Islamwetenschap wordt verwacht.
- Bouwt een kennisdomein op, bestaand uit geannoteerde artikelen die voor het scriptieonderwerp en/of het theoretisch kader van belang zijn.
|
|
In deze cursus, die gevolgd wordt tegen het einde van de studie, staat de voorbereiding op zelfstandig en kritisch onderzoek doen voorop. Dat betekent veel actieve participatie in werkcolleges. In voorbereiding op het schrijven van het Bachelor Eindwerkstuk in blok 4, is de cursus specifiek gericht op het oefenen van, en verdieping vergaren in, de verschillende stappen bij het schrijven van een scriptie/eindwerkstuk. De nadruk ligt op het formuleren van een probleemstelling, het zoeken naar literatuur, kritisch lezen, eigen onderzoek doen en academisch schrijven.
Vorm
De cursus bestaat uit een combinatie van werkcolleges, opdrachten en zelfstandig werk aan het onderzoeksvoorstel. Tijdens de werkcolleges worden academische vaardigheden en methoden van religiewetenschappelijk onderzoek behandeld, en worden studenten begeleid bij het ontwikkelen van hun eigen onderzoeksvoorstel.
Beoordeling
Wekelijkse opdrachten: 50%
Onderzoeksvoorstel: 30%
Presentaties en participatie: 20%
|
|