SluitenHelpPrint
Switch to English
Cursus: ME2V15004
ME2V15004
Inleiding theater & dans
Cursus informatie
CursuscodeME2V15004
Studiepunten (EC)7,5
Cursusdoelen
Na het behalen van de cursus heeft de student:
1. kennis verworven van belangrijke theater- en- danstheoretische begrippen en belangrijke ontwikkelingen in theater- en dansgeschiedenis, op verdiepend niveau;
2. geoefend met het begrijpend lezen van theoretische teksten op het gebied van theater en dans, op basis van opgedane basisvaardigheden in BP1. 

Na het behalen van de cursus kan de student:
1. aspecten van theater en dans analyseren vanuit dramaturgisch perspectief (methode);
2. schriftelijk rapporteren over de analyse van theater en dans, voortbouwend op vaardigheden ontwikkeld in BP1.
Inhoud
Is een cabaretier zichzelf op het toneel of speelt hij/zij een rol? Kunnen we politiek als een vorm van theater beschouwen? En welke rol speelt het lichaam in de hedendaagse dans? Deze en andere vragen staan centraal in deze cursus, die een introductie biedt op de geschiedenis, theorie en analyse van theater en dans, met het accent op de 20e en 21e eeuw. Theater wordt in deze cursus breed opgevat: de cursus belicht een breed scala aan theatergenres, zoals teksttoneel, dans, mime, cabaret en performance. De cursus is opgebouwd rondom een aantal theoretische kernbegrippen uit de theaterwetenschap, waaronder performativiteit, theatraliteit en dramaturgie. Deze begrippen worden steeds in verband gebracht met en ingezet voor de analyse van teksten en voorstellingen uit verschillende theatergenres en -tradities. In de hoorcolleges worden de theoretische begrippen uitgelegd en historisch gecontextualiseerd. In de werkcolleges besteden we aandacht aan de close reading van theoretische teksten en leer je hoe je een dramaturgische analyse van een theatervoorstelling maakt. Bij een dramaturgische analyse bestudeer je drie niveaus waarop een voorstelling betekenis krijgt. We maken hierbij een onderscheid tussen a. de ordenings- en compositieprincipes waarmee de relatie tussen performer en publiek wordt georganiseerd; b. de wijze waarop de toeschouwer door deze ordening wordt aangesproken en gepositioneerd; en c. de wijze waarop de voorstelling zich verhoudt tot de maatschappij waarvan ze deel uitmaakt.
In de cursus bieden we een actieve oriƫntatie op de praktijk door voorstellingsbezoek, nagesprekken met makers en een praktische workshop over dramaturgie.
 
Deze cursus maakt onderdeel uit van basispakket 2 van Media en cultuur en bouwt voort op historische en theoretische kennis die is opgedaan in basispakket 1 en biedt verdere training in academische (onderzoeks)vaardigheden, met een bijzondere focus op analysevaardigheden.
 
SluitenHelpPrint
Switch to English