SluitenHelpPrint
Switch to English
Cursus: INFOB1MNP
INFOB1MNP
Modelleren en programmeren
Cursus informatie
CursuscodeINFOB1MNP
Studiepunten (EC)7,5
Cursusdoelen
Na afronding van de cursus kent de student de taalconstructies en het gangbare idioom van de imperatieve en objectgeoriënteerde programmeerparadigma's, en is in staat om daarmee een interactieve applicatie voor een eenvoudig algoritme te bouwen.

Toetsing
De beoordeling van het vak vindt plaats op grond van de resultaten voor twee deeltentamens (T1 en T2) en drie practicumopgaven (P1, P2, en P3).
De tentamens zijn individueel, de practicumopgaven worden in groepjes van twee studenten gemaakt. Beide deelnemers van een practicumkoppel zijn verantwoordelijk voor de complete opgave (het is dus de bedoeling dat je de opgaven samen maakt, niet dat je het werk verdeelt). Steekproefsgewijs kan om een nadere toelichting van d eingeleverde code worden gevraagd.


De twee deeltentamens tellen elk voor 50% van het tentamencijfer T. De drie practicumopgaven wegen mee voor 30%, 30%, en 40% van het practicumcijfer P.

Het eindcijfer E is het gemiddelde van T en P, mits deze beide minimaal 5 zijn. Anders is het eindcijfer het minimum van T en P. Het eindcijfer wordt afgerond op tienden, behalve tussen 5 en 6: daar wordt het afgerond op gehelen. Dus vanaf 5,50 is het voldoende, maar beneden 5,50 niet.
Als het eindcijfer minder is dan 6, maar wel groter of gelijk aan 4, dan mag je deelnemen aan een aanvullende toets en/of een aanvullende practicumopgave. De aanvullende toets gaat over de hele stof, en het cijfer dat je er voor haalt komt in de plaats van de laagste van T1 en T2. Het cijfer van een eventuele aanvullende practicumopgave komt in de plaats van de laagste van P1 t/m P4. 
Als je door ziekte niet hebt kunnen meedoen aan T1 of T2, kun je ook deelnemen aan de aanvullende toets.
 
Inhoud

In dit vak leer je de programmeertaal C#, waarin opdrachten gebundeld worden in zogeheten methoden, die een object bewerken. Het is daarmee tevens een inleiding in objectgeorienteerd programmeren.
We bekijken hoe je het geheugen verandert, en hoe je keuze en herhaling programmeert. Je beschrijft zelf nieuwe soorten objecten met daarbij behorende methoden, maar maakt ook kennis met de bij C# horende standaard-methoden.
Aan de orde komen onder andere methoden om interactieve user-interfaces te maken, om animaties te maken met een Thread, om files te manipuleren, en om verzamelingen gegevens (collections) te beheren.
In het college worden enkele grotere programma's besproken als voorbeeld van toepassingen: een grafische bitmap-editor, een vector-tekenprogramma, een route-zoeker. en automatische taalherkenning door letterfrequentie-analyse,
Daarbij zien we dan meteen waarom het handig is om object-klassen hierarchisch te ordenen, en hoe je rijen objecten in een array kunt zetten.
Speciale aandacht wordt besteed aan het gebruik van objectgeorienteerde technieken bij het ontwerp van wat grotere programma's, waarbij de standaardbibliotheken voor collections en file-I/O als voorbeeld dienen.

Werkvorm
Hoor- en werkcolleges.

SluitenHelpPrint
Switch to English