SluitenHelpPrint
Switch to English
Cursus: B-B3WBEL09
B-B3WBEL09
Wetenschapper in beleid
Cursus informatie
CursuscodeB-B3WBEL09
Studiepunten (EC)7,5
Cursusdoelen
Leerdoelen
In de cursus staat de vraag centraal hoe beleid wordt gemaakt en welke rollen onderzoekers vervullen in de beleidsvoorbereiding en evaluatie. We onderzoeken dit aan de hand van voorbeelden uit het natuurbeleid en/of milieubeleid (het brede duurzaamheidsbeleid geformuleerd door overheden). Het eerste deel van de cursus bestaat uit theorie. Vanuit verschillende disciplines uit de sociale wetenschappen, zoals beleidsstudies, economie en gedrag worden beleidsconcepten behandeld en worden verschillende methoden verklaard. Werkcolleges zijn ingericht om verschillende methoden te leren toepassen. Daarnaast wordt in spelsimulaties verkend wat gevolgen van keuzes in beleid betekenen voor mogelijke uitkomsten. De theorie wordt digitaal getoetst door een tentamen halverwege de cursus. De verschillende methoden worden vervolgens toegepast in het tweede deel van de cursus, welke het projectonderzoek bevat. Hierin wordt in groepen van ca. 4-5 studenten een beleidsvraag onderzocht. Je leert tijdens dit onderdeel hoe een projectvoorstel geformuleerd en geschreven moet worden, hoe je een beleidsprobleem onderzoekt en hoe je een beleidsrapport schrijft dat ook door beleidsmakers gelezen zou kunnen worden. Tijdens de uitvoering van het project is er veel aandacht voor projectmanagement. In een werkcollege behandelen we managementtheorie en wat dit betekent in groepswerk. Hierbij reflecteren we op het groepswerk en hoe mogelijke conflicten in groepsopdrachten vermeden kunnen worden. Dit onderdeel is ook zinvol als je niet verder in het beleidsonderzoek wilt werken. De vaardigheden en kennis die je aan het eind van de cursus hebt opgedaan zijn:
  • Verbanden kunnen leggen in de problematiek van verschillende beleidsdossiers die over natuur en duurzame ontwikkeling gaan (natuur, klimaat, landbouw, gezondheid)
  • Kennis van de ontwikkeling van de Nederlandse, Europese en mondiale  beleidsontwikkeling over natuur
  • Kennis van de relevantie van indicatoren voor beleidsontwikkeling en -evaluatie
  • Kennis van nieuwe concepten, zoals ecosysteemdiensten en de rol in natuurbeleid
  • Kennis over sturingsvormen en -stijlen in beleid, rol van overheden en andere belanghebbenden
  • Basale kennis over multidisciplinair werken ism sociale wetenschappen (bv. de taal en methoden van bestuurskundigen, economen)

Vaardigheden
In de cursus komen de volgende kernvaardigheden aan bod:
  • Een beleidsvraag kunnen herformuleren tot een onderzoeksvraag
  • Projectmanagement: een afgebakend project kunnen formuleren, uitvoeren en beheersen
  • Kennismanagement: gebruik van primaire en secundaire literatuur in een project
  • Kunnen omgaan met verschillende databronnen voor onderzoek en de kwaliteit hiervan te kunnen beoordelen
  • Kunnen uitvoeren van een beleidsanalyse, met daarin verschillende technieken zoals ex post en ex ante analysen en specifiek enkele sociaal- en natuurwetenschappelijke onderzoeksmethoden, het DPSIR model en de beleidscyclus
Inhoud
Ingangseisen
Voor deze cursus is het gehaald hebben van de cursus Beta in bedrijf en beleid of vergelijkbare kennis aanbevolen, maar niet verplicht. Kennis van ecologie op niveau 1 of vergelijkbaar hiermee is aanbevolen.

Studiepad
De cursus Wetenschapper in beleid is een ‘verbredend vak’ en relevant voor alle studiepaden. De cursus wordt aanbevolen voor studenten in het studiepad Toxicologie en tevens voor het studiepad Ecologie en Natuurbeheer, omdat de cursus een goede voorbereiding is op het masterprogramma Environmental Biology, specialisatie Ecology and Natural Resource Management.
 
Inhoud
In de cursus wetenschapper in beleid worden de relaties tussen natuur, natuuronderzoek, natuurbeheer en -beleid in een maatschappelijke context behandeld. Hierbij ligt de nadruk op beleid in het groene domein: natuurbeleid, landbouwbeleid en beleid omtrent groen en gezondheid. De maatschappelijke context is belangrijk omdat het vorm geeft aan wat we als natuur beschouwen maar ook door gebruik en andere impacts. Dit bepaalt hoe we natuur waarderen, welke prioriteiten we stellen in onderzoek en beleid en welke strategieën we kiezen. Daarbij worden zowel natuurwetenschappelijke kennis als een aantal begrippen uit de bestuurskundige en economische wetenschappen gebruikt. Aan de orde komen onder andere natuur en natuurbeleid in Nederland, Europa en mondiaal, de relatie tussen groen (omgeving) en gezondheid en maatschappelijke waardering van ecologische functies en ecosysteemdiensten.

Werkvormen
In de cursus krijg je te maken met een gevarieerd aanbod van werkvormen:
  • een serie colleges en werkcolleges,
  • trainingen in vaardigheden: projectmanagement leidend tot een projectplan, schriftelijke rapportage leidend tot een schrijfplan en een projectverslag (rapport/artikel),
  • een project in een groep over een zelfgekozen probleem binnen de thematiek en randvoorwaarden van de cursus (ca 30 dagdelen).

Toetsing
De serie colleges, werkcolleges en zelfstudie sluit je af met een digitale toets. Het project wordt beoordeeld op het projectplan, het rapport en de eindpresentatie.
Deze vier toetsonderdelen bepalen als volgt het eindcijfer:
  • toets: 40%,
  • project: 60% (waarvan het projectplan 20%, het projectverslag 60% en de presentatie 20%).
Een cijfer lager dan 4 voor de toets of het project kan niet worden gecompenseerd met andere deelcijfers.

Studiemateriaal
Cursusmap en Blackboard met hand-outs van colleges en teksten/artikelen voor zelfstudie. Daarnaast wordt geadviseerd het boekje ‘Check je beleidstekst’ (E. Tiggeler, 2007, Sdu Uitgevers, ISBN 978901212295) aan te schaffen. Dit boekje wordt niet behandeld tijdens de cursus, maar geeft veel schrijftips.
 
SluitenHelpPrint
Switch to English