SluitenHelpPrint
Switch to English
Cursus: ME3V15023
ME3V15023
Televisiegenres
Cursus informatie
CursuscodeME3V15023
Studiepunten (EC)7,5
Cursusdoelen
Na het behalen van de cursus heeft de student:
•         kennis van en inzicht in theoretische benaderingen van televisiegenres;
•         kennis van en inzicht in analytische begrippen en methoden om televisiegenres te bestuderen;
•         inzicht in vraagstukken van genretheorie;
•         inzicht in de relatie tussen genretheorie en bijbehorende methoden;
•         inzicht in de ontwikkeling van televisiegenres;
•         zijn/haar repertoirekennis op het gebied van een specifiek televisiegenre uitgebreid.

Na het behalen van de cursus kan de student:
•         aan de hand van een helder geformuleerde vraagstelling en binnen een zelfstandig gekozen relevant theoretisch/methodologisch kader een genreanalyse uit voeren en deze kritisch verwerken in presentaties en werkstukken;
•         theoretische benaderingen van televisiegenres en analysemethoden op elkaar afstemmen en de methoden binnen een zelfstandig uitgevoerde analyse inzetten;
•         verkregen feedback, zowel van medestudenten als van de docent, verwerken.
 
Inhoud
Dit is een cursus met voorrangsregels. Je dient je in te schrijven voor deze cursus vóór 17 juni 12.00 uur.
De volgende studenten zijn gegarandeerd van een plaats:
  • BA Media en cultuur
  • TCS en LAS;
  • premasterstudenten.
Overige studenten worden geplaatst middels loting mits er plek is.

‘Genre’ is een van de belangrijkste categorieën voor televisie: programma’s horen bij een bepaald genre of kunnen worden benaderd als voorbeelden van ‘genrehybriditeit’. Voor de industrie is ‘genre’ een onderdeel van productieprocessen, scheduling, channel branding en de adressering van het publiek. Het publiek zelf koppelt verwachtingen aan bepaalde genres, gebruikt genrecategorieën om voorkeuren (en identiteiten) te definiëren en bepaalde receptiepraktijken te verwerven (denk bv. aan ‘binge watching’ van dramaseries of het kijken van het nieuws op een bepaald, vaste tijdstip). Kortom, televisieteksten/programma’s, industrie/productie en publiek staan in nauw verband met genrecategorieën. Dat maakt genretheorie uit bijvoorbeeld literatuurwetenschap ontoereikend voor televisiewetenschappen.

Voor televisiewetenschappen is de analyse van genres belangrijk omdat dit het mogelijk maakt de samenhang tussen tekst, industrie en publiek te bestuderen. Maar dit betekent ook dat genre op uiteenlopende manieren bestudeerd kan (en moet) worden en dat verschillende methoden/aanpakken voor de analyse van televisiegenres (afhankelijk van concepten/definities) nodig zijn. In de cursus Televisiegenres worden dan ook (uiteenlopende) theoretische concepten en benaderingen van ‘genre’ bestudeerd, waarbij de nadruk ligt op de relatie tussen concept/theorie en bijhorende analysemethode/aanpak. Als voorbereiding op het BA Eindwerkstuk wordt deze relatie tussen theorie en methode ook in algemenere zin behandeld, zodat studenten bij onderzoek volgens de Schijf van 5 theoretische en methodologische keuzes op elkaar af kunnen stemmen.
In de hoorcolleges wordt met het boek ‘Genre and Television‘ van Jason Mittell een actueel concept van televisiegenres geïntroduceerd, namelijk genres als ‘culturele categorieën’ waarbij ingegaan wordt op de (dynamische) relatie tussen tekst, industrie en publiek.

In de werkcolleges wordt de verworven kennis uit de hoorcolleges verdiept en wordt er a.d.h.v. ‘close readings‘ van teksten verder ingegaan op ‘klassieke’ benaderingen van ‘genre’ en verschillende manieren van tekstuele analyses (vormanalyse, narratieve analyse). Analysemethoden worden ook in de werkcolleges geoefend.
In deze cursus wordt tevens gewerkt aan repertoirekennis: meerdere televisieprogramma’s zullen als voorbeelden van specifieke genres en genreontwikkelingen getoond worden. De opgedane kennis en vaardigheden worden ingezet in een individueel en zelfstandig uit te voeren genre-analyse.
Deze cursus maakt onderdeel uit van het verdiepingspakket Televisie- en mediacultuur en bouwt voort op de kennis en vaardigheden die zijn opgedaan in basispakket 1 en 2. In dit pakket verdiepen studenten hun historische en theoretische kennis van het object en trainen zij vakspecifieke vaardigheden waarbij te denken valt aan onderzoeksmethodes die specifiek zijn voor het veld of de disciplines, of aan specifieke professionele vaardigheden.

Deze cursus is het 2e vak in het Verdiepingspakket Televisie en mediacultuur.

Voor studenten LAS en TCS die deze cursus volgen als deel van het kernpakket van hun hoofdrichting geldt een verplichte voorbereiding. Informatie: https://tcs.sites.uu.nl/
SluitenHelpPrint
Switch to English