Het eindwerkstuk vormt een academische proeve van bekwaamheid op het terrein van de Literatuurwetenschap. De student toont hierbij aan in staat te zijn een aspect van het vakgebied te onderzoeken en dit te beoordelen mede in het licht van de wetenschappelijke en maatschappelijke discussie hieromtrent. Het eindproduct is het verslag van dit onderzoek dat moet voldoen aan wetenschappelijke eisen. Het moet nauwkeurig, controleerbaar en systematisch zijn. De student maakt hierbij duidelijk in staat te zijn de resultaten van zijn/haar bevindingen op een effectieve wijze te presenteren.
Het werkstuk heeft de vorm van een schriftelijk verslag in het Nederlands of Engels.
Het werkstuk is gekoppeld aan een cursus op niveau 3 en sluit inhoudelijk aan op een verdiepingspakket van de major Literatuurwetenschap.
Het eindwerkstuk is gebaseerd op (i) een duidelijk verwoorde vraagstelling, (ii) een systematische verkenning van de vraagstelling en (iii) een heldere, gefundeerde conclusie.
De omvang van het eindwerkstuk bedraagt circa 6000woorden (ongeveer 20 pagina's), exclusief noten. bibliografie en bijlagen. Het dient aan de gebruikelijke normen van het vakgebied (MLA) en aan de normen van het genre te voldoen.
Meer informatie over vorm en inhoud van het werkstuk is te lezen op de
website van de opleiding Literatuurwetenschap. Je vindt daar ook informatie over de studielast, duur, begeleiding, procedure en beoordeling. Er is een handleiding die via de website te vinden is. Aan het begin van elk blok houdt de coördinator een bijeenkomst voor de scriptieschrijvers, waarin de handleiding en de verdere spelregels worden toegelicht