Eindtermen: na afloop van de cursus heeft de student:
- Kennis van en inzicht in de historische ontwikkelingen m.b.t. het thema van de cursus
- Kennis van de historiografische traditie op het gebied van het thema van de cursus
- Bekendheid met de uiteenlopende manieren waarop historische kennis inzake het thema van de cursus relevant kan zijn voor de eigen kansen op de arbeidsmarkt
- Vaardigheid om volgens academische normen te werken, o.a. wat betreft denken, handelen en communiceren en wat betreft gedragsnormen (‘eerlijke wetenschap’)
Leerdoelen en vaardigheden: na afloop van de cursus heeft de student geleerd om:
- Een breed historisch of historiografisch thema uit te diepen
- Verschillende interpretaties af te wegen en kritisch een eigen invalshoek te formuleren
- Een discoursanalyse mondeling en schriftelijk adequaat te verwoorden
- Samen te werken met medestudenten ten behoeve van een groepspresentatie
- Historische kennis inzake denken over het thema van de cursus te koppelen aan de eigen kansen op de arbeidsmarkt
- De historische kennis inzake het thema van de cursus met hedendaagse maatschappelijke en politieke vraagstukken te verbinden
- Volgens academische standaarden te werken
|
 |
|
Dit is cursus 1 van Verdiepingspakket 5: Europa in de wereld: identiteit, macht en netwerken (Nederlandse track Internationale betrekkingen).
Dit is een cursus met voorrangsregels. Je dient je in te schrijven voor deze cursus vóór 17 juni 12.00 uur.
Studenten van de opleidingen Geschiedenis, TCS en LAS die deze cursus volgen als onderdeel van hun verdiepingspakket of kernpakket zijn gegarandeerd van plaatsing. Overige studenten worden geplaatst middels loting, mits er plek is.
Voor studenten LAS en TCS die deze cursus volgen als deel van het kernpakket van hun hoofdrichting geldt een verplichte voorbereiding. Informatie: https://tcs.sites.uu.nl/
Let op: de hoorcolleges van deze cursus worden in het Engels verzorgd.
Al zolang het concept ‘Europa’ bestaat, zijn de meningen verdeeld over de vraag wat Europa is of zou moeten zijn, waar haar grenzen lopen, wat haar plaats is in de wereld en of er zoiets als een Europese identiteit bestaat. Deze cursus richt zich op de conceptuele geschiedenis van Europa. Centraal staat het uitgangspunt dat de Europese geschiedenis een proces is dat wordt gedreven door visies van historische actoren op het verleden, heden en de toekomst van Europa. In deze cursus leer je herkennen welke wisselende betekenissen en normatieve ladingen politici, bestuurders, activisten en intellectuelen aan het begrip ‘Europa’ en nauw verwante concepten als ‘Mitteleuropa’ en de ‘Duitse Kwestie’ hebben toegekend. Grepen zij in hun ideaalbeeld van Europa terug op een veronderstelde eenheid op basis van Romeinse en christelijke grondslagen die zij afzetten tegen andere culturen? Of belichtten zij juist de grote culturele diversiteit die Europa kenmerkte? En hoe wilden zij dat politiek vertalen: in een Europa als statenbond, als bondsstaat of als eenheidsstaat? Hoe gingen zij om met de spanning tussen nationale soevereiniteit en Europese eenheid en met de Duitse Kwestie, het probleem van de inpassing van dat sterke, centraal gelegen land in het Europese statenstelsel? In deze cursus analyseer je welke invloed deze opvattingen op de politiek-institutionele ontwikkelingen in de twintigste eeuw gehad hebben. In groepsdiscussies bespreek je bovendien op welke wijze zulke historisch beladen begrippen doorwerken in politieke discussies vandaag de dag.
|
|
|