SluitenHelpPrint
Switch to English
Cursus: FI3V19010
FI3V19010
Kennis en Wetenschap II
Cursus informatie
CursuscodeFI3V19010
Studiepunten (EC)7,5
Cursusdoelen
In deze cursus maak je kennis met enkele debatten uit de kennisleer en de wetenschapsfilosofie. Je doet hierbij inhoudelijke kennis op, en als het goed is ook enthousiasme voor dit vakgebied. Verder leer je om op een goede manier om te gaan met filosofische teksten, ook als die soms pittig zijn of achtergrondkennis vereisen die je niet bezit. Je leert om actief deel te nemen aan het debat, op allerlei manieren (mondeling, schriftelijk, door je positie scherp te verwoorden, door vragen op te werpen, door vragen van anderen te beantwoorden, door dingen uit te zoeken). En, ten slotte, een belangrijke doelstelling van deze cursus is dat we als groep verder komen in de debatten dan ieder afzonderlijk zou kunnen.
Inhoud
In deze cursus komt een aantal recente debatten uit de wetenschapsfilosofie en de epistemologie aan bod, met binnen de wetenschapsfilosofie een focus op metafysische onderwerpen. Per onderwerp bestuderen we twee teksten, van auteurs die rechtstreeks met elkaar in debat gaan. Aan bod komen onderwerpen uit de volgende lijst: causaliteit, natuurwetten, modaliteit, tijd, a priori kennis, contextuele kennisleer.

Aanvulling april 2020:

Verplicht boek:
 
Michael Ayers, Knowledge and Seeing. Oxford University Press, 2019.
ISBN: 978-0-19-883356-7

In deze cursus bestuderen we het recente boek van Michael Ayers, Knowledge and Seeing, dat een ommekeer in de kenleer voorstaat. In de mainstream epistemologie van de twintigste eeuw wordt ‘kennis’ geanalyseerd als ‘gerechtvaardigde ware overtuiging’. Volgens Ayers is deze ‘justified true belief’ analyse fundamenteel verkeerd. Met argumenten ontleend aan de geschiedenis van de wijsbegeerte betoogt hij dat kennis niet een overtuiging is die nog aan extra eisen voldoet. Kennis en overtuigingen werden als twee separate cognitieve toestanden beschouwd. Daarbij werd waarnemingskennis als het schoolvoorbeeld van kennis opgevat.
              Ayers kiest voor een bottom up benadering van kennis. Hij start met een verklaring van hoe het komt dat in het dagelijkse leven en tijdens millenia van filosoferen de waarneming als de kennisbron per excellence werd gezien. Deze opvatting druist in tegen de Neo-Kantiaanse traditie in de filosofie die meende dat de waarneming conceptueel geladen is. Daarmee wordt waarnemen een vorm van denken, hetgeen Ayers rigoureus afwijst. Het eerste deel wordt afgesloten met een hoofdstuk waarin wordt geanalyseerd wat de inhoud van de waarneming is: feiten of waargenomen objecten. Wat is fundamenteler in de waarneming? Het feit dat Jan daar staat of Jan?
              In het tweede deel van zijn boek bespreekt Ayers Cartesiaans skepticisme over de werkelijkheid en confronteert hij externalisme in de filosofie van de geest (de gedachte dat de fysieke omgeving essentieel is voor de semantische inhoud van denken en waarneming) met sceptische problemen.
SluitenHelpPrint
Switch to English