Kennis van (1) de kritiek door Marx, Nietzsche, Freud op Verlichtingsidealen van autonomie, zelfkennis en rationaliteit van de mens; (2) centrale pogingen binnen de 20e-eeuwse wijsgerige antropologie om deze idealen te herzien en verdedigen; en (3) geradicaliseerde scepsis jegens blijvende assumpties over het subject.
Kritische reflectie op de basis van Verlichtingsidealen en over de verschillende veronderstellingen omtrent de mate waarin de menselijke mogelijke tot zelfsturing en zelfkennis bepaald wordt door lichaam, macht en taal.
Vaardigheden in het lezen en interpreteren van filosofische teksten en het vergelijkend evalueren van verschillende filosofische benaderingen; schrijven van een paper, inclusief gebruik van secundair literatuur. Filosofisch debatteren (in werkcolleges)
|
|
Deze cursus op niveau 3 maakt deel uit van verdiepingspakket Wat is de mens.
Voor studenten LAS en TCS die deze cursus volgen als deel van het kernpakket van hun hoofdrichting geldt een verplichte voorbereiding. Informatie: https://tcs.sites.uu.nl/
In de loop van de 19de eeuw wordt het optimistische mensbeeld uit de Verlichting op zijn kop gezet. Deze cursus begint met een korte bespreking van Marx, Nietzsche en Freud, die veel veronderstellingen uit de Verlichting ontmaskeren: dat we onze beweegredenen weten, dat we onze handelingen autonoom bepalen en dat de rede ons geluk en vooruitgang garandeert. Weken 2 t/m 5 van de cursus worden gewijd aan wijsgerige antropologen (zoals Plessner, Nussbaum, De Beauvoir, Taylor, Honneth, en Habermas) die beweren dat de mens desondanks toch nog over een vorm van zelfbepaling, authenticiteit en vrijheid beschikt. In de laatste 3 weken van dit vak staat het idee van de ondergang van het subject centraal. We bespreken Heidegger’s analyse van de mens als Dasein en vervolgens de zijnsvergetelheid (in zijn latere werk), uitmondend in Heideggers opvatting over techniek en haar vernietigende invloed op de “eigenlijke” bestaanswijze van de mens. Deze analyse van de decentrering van het subject wordt voortgezet met het lezen van filosofie van Derrida en teksten uit posthumanisme en de materiële “turn” in de feminisme.
|
 |
|