In deze cursus doen studenten elementaire kennis op van de belangrijkste vertellingen, thema’s en personen in de Bijbel (Oude Testament, Nieuwe Testament en apocriefe boeken). Van de Schepping tot de Apocalyps passeren vele verhalen en personen de revue: Adam en Eva in de tuin van Eden, de broedermoord op Abel, de Ark van Noach, de Toren van Babel, Abraham en zijn tocht naar het Land, de ondergang van Sodom en Gomorra, het offer van Isaac, de dromen van Jozef, de plagen van Egypte, Mozes en de Tien Geboden, de verering van het Gouden Kalf, de liefde tussen Samson en Delila, de strijd tussen David en Goliath, Daniël in de leeuwenkuil, Esther en de vervolging van de Joden, Johannes de Doper, de geboorteverhalen van Jezus, de Bergrede, de parabel van de Verloren Zoon, het laatste Avondmaal, de Kruisiging en de Opstanding van Jezus, de bekering en prediking van Paulus.
Tijdens de hoorcolleges wordt achtergrondinformatie gegeven bij de gelezen teksten. Wat is de Bijbel voor een boek en hoe zijn de diverse onderdelen daarvan ontstaan? Wat is de relatie tussen deze verhalen en de geschiedenis en cultuur van het nabije Midden Oosten? Hoe kan worden gedacht over de betekenis van deze verhalen in verhouding tot de historische werkelijkheid en latere interpretaties? Ook de symbolische representaties van deze verhalen (duif, olijf, leeuw, deur, os enz.) in de kunst komen daarbij ter sprake
|