De student:
(1) kent de voornaamste theorieën en methodieken die binnen de religiewetenschap zijn ontwikkeld;
(2) kent van de hoofdlijn van de geschiedenis van de godsdiensten;
(3) heeft kennis van en inzicht in de belangrijkste kenmerken van de voornaamste godsdiensten in de wereld;
(4) heeft kennis van basale teksten uit de religiewetenschap;
(5) (Voor aparte vaardighedenwerkgroep eerstejaars Religiewetenschappen en Islam en Arabisch:) beschikt over academische basisvaardigheden, waaronder het zoeken, verwerken van en verwijzen naar wetenschappelijke literatuur.

In de cursus wordt aandacht geschonken aan de voornaamste theorieën en methoden die binnen religiestudies zijn ontwikkeld. Door de studie van basale religiewetenschappelijke teksten krijgt de student een inleiding in de voornaamste inzichten die binnen de discipline zijn ontwikkeld. Tevens raakt de student op de hoogte van de belangrijkste godsdiensten van de wereld, zowel van die van de oudheid als van de moderne tijd, en van historische ontwikkelingen die binnen de wereld van de godsdiensten hebben plaatsgevonden. Daarnaast wordt in de colleges aandacht geschonken aan de materiële cultuur en religieuze praktijken binnen de behandelde religies en kommen belangrijke hedendaagse ontwikkelingen ter sprake.