SluitenHelpPrint
Switch to English
Cursus: GEO2-4210
GEO2-4210
Mens en Landschap
Cursus informatie
CursuscodeGEO2-4210
Studiepunten (EC)7,5
Cursusdoelen
Na het afronden van deze cursus heeft de BSc student(e):
  1. Een goed overzicht en begrip van de verschillende fysisch-geografische regio’s en landschapstypen op aarde, hun ontstaanswijze en de wijze waarop deze landschappen zich thans ontwikkelen onder invloed van menselijke activiteiten en natuurlijke processen (b.v. klimaatverandering).
  2. Inzicht in de fragiele relaties tussen  mens en landschap die varieert van labiel tot stabiel; inzicht in de kansen die een leefomgeving biedt en de randvoorwaarden die er door worden gesteld voor een duurzame en verantwoorde sociaal-economische, culturele en ecologische ontwikkeling (onder het motto: “how to define a safe operating space for humanity”).
  3. De academische vaardigheid om zelf de empirische onderzoekscyclus te doorlopen binnen het kader van een door mensen beïnvloed ecosysteem. Dit omvat het stellen van een onderzoekbare vraag, het ontwerpen van een praktijkproef, verzamelen van gegevens, en het bondig rapporteren over de resultaten.
  4. Het vermogen om de verworven kennis te synthetiseren en toe te passen in (actuele) case studies.
Inhoud
De mens is volledig afhankelijk van wat het landschap direct of indirect te bieden heeft. De essentie van ‘Mens en Landschap’ is dat je leert welke processen er spelen in het landschap in verschillende mondiale regio’s, en hoe de mens deze processen beïnvloedt. De hoorcolleges geven een breed overzicht van de thema’s die overal spelen, zoals de diensten en de bedreigingen die het landschap opleveren, en de klimaatverandering. Daarnaast volgen we het landschap van de bergen, via de rivieren, naar de zee, en kijken we naar drie sterk verschillende ecozones: semi-aride gebieden, de tropen en de subarctische gebieden. Bij ieder van deze zes landschapstypen wordt aandacht besteed aan:
  1. Het natuurlijke landschap en de geofactoren (bv. klimaat, relief, bodem en vegetatie);
  2. Onderliggende natuurlijke processen van vorming en ontwikkeling;
  3. De mens als geofactor: de drijvende krachten, impact en respons. (bv, landgebruiksverandering, onderbreken natuurlijk transport, morfologie).
Tijdens de werkcolleges en de groepsopdracht leer je zelf empirisch onderzoek te doen binnen het DPSIR kader (Driver-Pressure-State-Impact-Response) dat beschrijft hoe de mens het landschap beïnvloedt, en wat ons antwoord is op de problemen die we zelf veroorzaken. In groepjes en individueel werk je aan een specifieke regio, stelt je eigen onderzoekbare vraag, en voert de proef uit. In de rapportage combineer je de resultaten van de proeven binnen je groep om te komen tot een synthese. 

De kennis die je opdoet over de karakterisering van landschappen en de academische vaardigheid van het doorlopen van de empirische cyclus zijn bijzonder relevant voor een maatschappelijke carriére waarin omgang met het mens-natuur systeem aan bod komt. De academische vaardigheden als het stellen van een onderzoekbare vraag is essentiëel bij ieder onderzoek, of case study die je nog uit zult voeren binnen je bachelor of master studie.

Let op: Deze cursus is niet toegankelijk voor studenten van de bacheloropleiding Aardwetenschappen. 

Ontwikkeling van vaardighedens
  1. Teamwerk: De casus wordt uitgewerkt in groepen van vier personen. Tijdens de startsessie wordt expliciet aandacht gevestigd op motivatie, teamrollen, planning en afspraken voor consequenties bij nalatigheid.
  2. Schrijfvaardigheid: Wetenschappelijke samenvatting en eindrapport worden beoordeeld
  3. Probleemoplossend vermogen: Tijdens de casus moet een probleemdefinitie gegeven worden rondom een specifieke vraag, die met eigen fysisch proeven wordt beantwoord.
  4. Mondelinge presentatie: Start- en eindpresentatie van de casus.
  5. Initiatief: Definiëren van eigen vraag.
  6. Analytische vaardigheden: Basale dataverzameling, dataverwerking en visualisatie.





 
SluitenHelpPrint
Switch to English