|
Na afloop van de cursus kan de student:
de historische, politieke, economische, sociale en/of culturele context van mobile communicatie typeren.
onder begeleiding een (auto)etnografisch onderzoek uitvoeren naar een mobiel communicatiefenomeen.
een onderzoeksopzet mondeling presenteren bestaande uit de probleemstelling, wetenschappelijke relevantie, een beknopt theoretisch kader en een uitgewerkte (auto)etnografische methode.
de methode én analyse van etnografisch onderzoek op wetenschappelijke verantwoorde wijze rapporteren.
|
|
In relatief korte tijd is het media- en communicatielandschap vrijwel volledig 'gemobiliseerd'. In ons dagelijks handelen spelen mobiele draadloze communicatie-apparaten inmiddels een niet meer weg te denken rol. We gebruiken mobiele media in onze sociale interactie met elkaar, voor internet browsing, voor onze nieuwsvoorziening, bij het kijken van video’s of het spelen van games, of bij het maken van foto’s of het schieten van film. Dit pervasieve karakter van mobiele media leidt ook tot interesse vanuit de media- en communicatiewetenschappen. Deze cursus biedt een introductie op dit relatief nieuwe veld van mobiele media en communicatiestudies en onderzoekt daarmee de geschiedenis en de eigenschappen van mobiele media, de wijze waarop deze apparaten worden gebruikt in ons dagelijks leven, en de rol van deze media in bredere sociaalpolitieke bewegingen. Naast deze brede introductie plaatst de cursus deze mobiele media ook binnen het ‘games & play’ debat en biedt het een meer gefocuste discussie van mobiele games en de speelsheid die mobiele media faciliteren.
De werkgroepen worden georganiseerd rondom de opzet en uitvoering van de verschillende onderzoeken. Voor deze onderzoeken fungeren verschillende mobiele applicaties als onderzoeksonderwerpen waarbij er één of twee gespeeld worden tijdens een workshop in de cursus. Deze location-based apps roepen bijvoorbeeld vragen op over de relatie tussen speler en stad, de relatie tussen spelers onderling, spelgedrag als “mini-activisme”, de relatie tussen spel en werkelijkheid, performatieve cartografie en nieuw navigatiegedrag. De studenten zullen aan de hand van hun ervaringen met één van deze twee apps of een andere zelf gekozen app een (analytisch auto-)etnografisch onderzoek doen.
Deze cursus is het vierde vak in Verdiepingspakket ‘Digitale communicatie’.
Voor studenten LAS en TCS die deze cursus volgen als deel van het kernpakket van hun hoofdrichting geldt een verplichte voorbereiding. Informatie: https://tcs.sites.uu.nl/
|
 |
|
|
|
 Competenties-IngangseisenVoorkennisBasiskennis over het onderzoeksveld en theorieën van nieuwe media | Voorkennis kan worden opgedaan metCiw-Nieuwe Media en Communicatie (CI1V17003) | Bronnen van zelfstudieLister, Martin et al. (2009). New media: A critical introduction. Londen: Routledge. |
| | Verplicht materiaalWordt nader bekendgemaakt |
| Werkvormen Hoorcollege 
 | Werkcollege  AlgemeenDe hoorcolleges bieden een overzicht en theoretisch kader waarbinnen mobiele communicatie bestudeerd kan worden, en staan vooral in het teken van kennisoverdracht. De werkcolleges bieden toelichting en verdieping op de onderwerpen die in de hoorcolleges worden besproken, en vragen van studenten om zowel individueel als in groepsverband actief te zijn met het behandelen van literatuur, het uitvoeren en presenteren van onderzoek, en het schrijven van de eindpaper. Voorbereiding bijeenkomstenTer voorbereiding op de hoor- en werkcolleges bestudeert de student de opgegeven literatuur en maakt hij/zij diverse opdrachten. Bijdrage aan groepswerkKritisch luisteren, maken van aantekeningen, stellen van vragen, samenwerken aan groepsopdrachten, discussiëren, debatteren, presenteren, en deelnemen aan peer review sessies.
 |
|
 Toetsen Opdracht(en) 1Weging |  | 20 |
Minimum cijfer |  | - |
 | Opdracht(en) 2Weging |  | 20 |
Minimum cijfer |  | - |
 | PaperWeging |  | 60 |
Minimum cijfer |  | 5,5 |
Beoordeling- de mate waarin de student genuanceerd maar volledig het veld van mobiele mediastudies kan karakteriseren (toets 1). - de wijze waarop de student een onderzoeksvoorstel kan presenteren aan vakgenoten. (toets 2). - de kwaliteit waarmee de student op (auto-)etnografische wijze (participerende observatie, verslag kan doen van een mobiele communicatiefenomeen (toets 3). DeadlinesDeadlines worden in de cursushandleiding bekend gemaakt. Aspecten van academische vorming • Academisch denken, werken en handelen • Communicatieve vaardigheden • Hanteren van wetenschappelijk instrumentarium |
 |
|
| |