Het doel van het keuzevak Neurobiologie van Gedrag is om studenten inzicht te geven in neuroanatomie, neurofysiologie en de neurobiologische processen die complex gedrag bij dier (en mens) bepalen.
Na succesvolle afronding van deze cursus is de student in staat gezond en afwijkend gedrag vanuit een neurobiologisch perspectief beter te begrijpen en deze kennis toe te passen in de praktijk.
De student heeft begrip van de neuroanatomie en functies van verschillende hersencircuits.
De student heeft kennis van neurotransmissie in relatie tot bijv. angstig gedrag, leren en geheugen.
Daarnaast zal de student in dit keuzevak kennis vergaren over de technologieƫn die toegepast worden in neurobiologisch onderzoek en in de psychiatrie. Deze kennis stelt de student in staat om wetenschappelijke literatuur beter te doorgronden en de werking van psychofarmaca in de (veterinaire) praktijk beter te kunnen beoordelen.
De werkcolleges en opdrachten geven de student de gelegenheid zich te verdiepen in de neurobiologie van complexe gedragingen door de combinatie van de opgedane basiskennis over neurobiologie, recente wetenschappelijke literatuur en praktijkvoorbeelden. Bovendien kan de student na succesvolle afronding van deze keuzecursus gedragsproblemen wetenschappelijk beter benaderen en bediscussiƫren.
|
|
|
Korte omschrijving
In het diersoort-overschrijdende keuzevak Neurobiologie van Gedrag staan het functioneren van de hersenen en de rol van de hersenen bij het tot stand komen van gedrag centraal. Dieren en mensen zijn uitgerust met een breed gedragsrepertoire om te kunnen functioneren en overleven. De hersenen vormen een uiterst complex orgaan dat aan het stuur staat van ons complexe gedragsrepertoire. Als dierenarts zult u een grote diversiteit aan dieren tegenkomen met gedragsproblemen. Om dieren – van gezelschapsdieren tot paarden, kippen, varkens en dieren in het wild - goed te begrijpen en te behandelen is het belangrijk voor u om te begrijpen hoe functioneel en disfunctioneel gedrag bij dieren tot stand komt. Het keuzevak Neurobiologie van Gedrag is gestructureerd rondom een drietal thema’s: ‘Neuroanatomie en Neurofysiologie’, ‘Neurobiologie en Emotie’ en ‘Neurobiologie en Cognitie’ met als doel de kennis over neuroanatomie en neurobiologie van complexe gedragingen te vergroten. Emoties en cognitie zijn nauw met elkaar verbonden. Het is voor u als dierenarts belangrijk te begrijpen hoe dieren hun omgeving waarnemen, hoe gebeurtenissen in het interne en externe milieu emoties teweeg kunnen brengen, hoe dieren hierover leren en hoe cognitieve processen gebruikt kunnen worden bij de behandeling van de dieren die u in uw praktijk zult tegenkomen. Denk hierbij bijvoorbeeld aan een angstige hond die veel baat zou kunnen hebben bij counterconditionering. De integratie van de drie thema’s zal daarom ook nadrukkelijk aandacht krijgen in deze keuzecursus.
Toetsing en beoordeling
De studenten worden voor het keuzevak Neurobiologie van Gedrag beoordeeld en getoetst op een tweetal punten: de werkcollegeopdracht en een tentamen.
De studenten maken groepsgewijs of in duo’s een werkcollegeopdracht. Het doel van deze opdracht is verdieping van de kennis over de neurobiologie van gedrag aan de hand van een relevante vraag en door het kritisch verzamelen en analyseren van wetenschappelijke literatuur. Door kruiselings elkaars opdracht te becommentariëren zullen de opdrachten nader verbeterd worden en in een minisymposium zullen de studenten de opdrachten aan de groep presenteren en bediscussiëren.
Het keuzevak wordt afgesloten met een overkoepelend tentamen. Voor het tentamen moet de stof bestudeerd worden uit de hoorcolleges, werkcolleges, aangeleverde studiematerialen en zelfstudieopdrachten.
Het eindcijfer wordt voor 70% bepaald door het tentamen en voor 30% door de werkcollegeopdracht.
|
|
|