De hoofdvragen zijn:
•Wie nemen deel aan welke kunst (hoog/laag, gesubsidieerd/commercieel, etc.) en op welke manieren (actief, receptief, via media)? Welke veranderingen hebben zich hierin voorgedaan?
•Op welke manier(en) zijn verschillen in de cultuurparticipatie te verklaren?
•Waarom probeert de overheid de cultuurparticipatie te beïnvloeden, met welke middelen en met welke resultaten? Welke veranderingen hebben zich hier in voorgedaan?
•Wat zijn de belangrijkste vormen van cultuureducatie en van het overheidsbeleid op dit terrein?
Na een historische en een analytische kennismaking met het thema wordt inzicht gegeven in de data die worden verzameld op het gebied van cultuurparticipatie. Er wordt aandacht besteed aan theoretische verklaringen voor verschillen in cultuurdeelname, vanuit zowel sociologische als psychologische invalshoeken. De doelen en effecten van het cultuurspreidingsbeleid worden behandeld en actuele beleidsthema’s zoals de cultuurdeelname van jongeren en allochtonen, het streven naar sociale cohesie d.m.v. cultuurdeelname en de aandacht voor amateurkunst in het Fonds Cultuurparticipatie.
De historie en de huidige situatie van de cultuureducatie in het onderwijs en daarbuiten (o.a. muziekscholen, musea) worden beschreven vanuit onderwijs- en cultuurbeleid. Er wordt aandacht geschonken aan de verschillende doelstellingen en legitimeringen van cultuureducatie, aan effectonderzoek en aan het vak CKV.
|