Leerdoelen
Na afloop van deze cursus heeft de student:
- inzicht in verschillende perspectieven op organisatieprocessen;
- relaties kunnen leggen met handelingsconsequenties voor het management;
- kennis van kritische theoretische beschouwing.
Inhoud
Organisaties worden vaak opgevat als eenduidige entiteiten. Het managen van een dergelijke organisatie is dan slechts het geven van een duidelijk organisatiedoel, een goede hiërarchische structuur, goede taakverdeling en taakuitvoering. Met alle neuzen dezelfde kant op is het dan makkelijk managen. Maar wie nauwgezetter een organisatie analyseert, wordt echter direct geconfronteerd met een groot aantal verschillende actoren (managers, klanten, werknemers), verschillende lagen in de organisaties maar ook verschillende belangen en perspectieven. Organisaties blijken dan niet alleen maar taakwerelden maar ook leefwerelden voor mensen te zijn waardoor het taakgerichte en het sociale vaak nauw met elkaar verbonden zijn. Rationaliteit, macht en emotie moeten allen een plek hebben (zie o.a. Bolman en Deal) om organisaties te begrijpen en te sturen. Organisaties verschijnen dan als complexe en gelaagde entiteiten waarin getracht moet worden verschillen te managen. Het gaat daarbij om de verschillende invloeden uit de omgeving die op de organisatie inwerken maar ook verschillende klant/cliëntgroepen, verschillen in de samenstelling van het personeelsbestand en verschillende belangen en percepties van managers, klanten/cliënten en werknemers op de doelstellingen en werkprocessen van de organisatie. Die complexiteit vereist veel van het analyse en aansturingsvermogen van het management.
Managers proberen onder andere met behulp van (wetenschappelijke) organisatie concepten die complexiteit te begrijpen en richting te geven. Maar tegelijk vergroten die concepten de complexiteit. Moet de manager kiezen voor een lerende organisatie, of zelfstuderende teams, dan wel een bepaalde organisatiecultuur of alles tegelijk? En welke aannamen zitten vaak achter deze concepten? Reduceren ze de onzekerheid van managers of vergroten ze de afstand tussen ideaalbeeld en werkelijkheid?
Motto van het moduul: Managen van organisaties is het leren omgaan met verschillen.
Status
Keuzecursus, niet toegankelijk voor B&O studenten. Verplichte cursus voor de B&O minor Algemeen.
Voorkennis
De B&O-cursus 'Inleiding organisatie, beleid en management'.
Werkvormen
Hoorcolleges en literatuurstudie. Er zijn twee bijeenkomsten per week.
Beoordeling
Tentamen (100%)
Literatuur
- B. van Hees, P. Verweel (2006) Deframing organization concepts, Liber & Copenhagen Business School Press.
- Siebers, H., Verweel, P. en Ruijter, A. de (2002) Management van diversiteit in arbeidsorganisaties, Lemma BV, Utrecht.
Aantal deelnemers
De cursus wordt twee keer aangeboden: in periode 2 en in periode 4. Maximaal 125 deelnemers per periode. Voorrang voor studenten van de B&O minor. Plaatsing gebeurt op volgorde van inschrijving.
Inschrijving
Let op: inschrijven gebeurt niet via Osiris Student maar met het formulier op onze website www.usg.uu.nl/onderwijs onder 'minor'.
|