Als
je een computer instrueert met opdrachten, doe je aan imperatief
programmeren ('t kan ook
anders, maar dan programmeer je functioneel, en dat is een ander vak).
In dit vak leer je de programmeertaal Java, waarin opdrachten gebundeld worden
in zogeheten methoden, die een object bewerken. Het is daarmee
tevens een inleiding in objectgeorienteerd
programmeren.
We bekijken hoe je het geheugen verandert, en hoe je keuze en herhaling programmeert.
Je beschrijft zelf nieuwe soorten objecten met daarbij behorende methoden, maar
maakt ook kennis met de bij Java horende standaard-methoden. Aan de orde komen onder andere packages
om interactieve user-interfaces
(waaronder web-applets)
te maken, om animaties te maken met een thread, om files te manipuleren,
en om verzamelingen gegevens (collections)
te beheren.
In het college worden enkele grotere programma's besproken als voorbeeld van
toepassingen: een grafische bitmap-editor,
een vector-tekenprogramma,
een route-zoeker. en automatische taalherkenning door
letterfrequentie-analyse,
Daarbij zien we dan meteen waarom het handig is om object-klassen hierarchisch te ordenen, en hoe je rijen objecten in
een array kunt
zetten.
Speciale aandacht wordt besteed aan het gebruik van objectgeorienteerde technieken bij het ontwerp van
wat grotere programma's, waarbij de standaardbibliotheken voor collections en file-I/O als voorbeeld dienen.
http://www.cs.uu.nl/education/vak.php?vak=INFOIMP&jaar=2008