|
Het
college bestaat, naast een wat meer algemene korte inleiding in de filosofie en
de wetenschapsfilosofie meer in het bijzonder,
ruwweg uit 3 delen: Het eerste deel behandelt elementen van de filosofie van de
formele wetenschappen, de wiskunde en de logica, voor zover relevant voor de
informatica, met aandacht voor paradoxen en stromingen. Deel twee van het
college handelt over de `klassieke' filosofie van de empirische wetenschappen. Na een korte historische inleiding komen onder meer het logisch
positivisme van de Wiener Kreis,
Poppers kritisch rationalisme, de empirische cyclus, Kuhns
paradigmatheorie en Lakatos' falsificationisme
aan bod. Daarnaast wordt ingegaan op een aantal actuele thema's uit de
wetenschapsfilosofie, waaronder: het inductie-probleem
en andere problemen rond "inductivism", het
Quine-Duhem probleem , scientific realism, het probleem
van "underdetemination", models of explanation en "inference to
the best explanation", constructief
empirisme. In het laatste deel, tenslotte,
worden speciale filosofisch getinte onderwerpen met betrekking tot de
informatica, zoals berekenbaarheid en de kunstmatige intelligentie, besproken.
Beschrijving:
- algemene introductie
filosofie en wetenschapsfilosofie
- algemene indeling van de
wetenschappen en plaats van de informatica in de wetenschappen
- filosofie van de formele
wetenschappen: de paradoxen in de naieve
verzamelingenleer, filosofische stromingen in de wiskunde (logicisme, formalisme, intuitionisme),
onvolledigheidsstelling van Goedel
- filosofie van de empirische
wetenschappen (logisch positivisme, Carnap,
standaardbeeld, Popper, Kuhn,
Lakatos), empirische cyclus, paradigma's
- actuele thema's uit de
wetenschapsfilosofie, waaronder: het inductie-probleem
en andere problemen rond "inductivism",
het Quine-Duhem probleem ,
scientific realism,
het probleem van "underdetemination",
models of explanation en "inference to the best explanation",
constructief empirisme.
- het modelbegrip
in de wetenschap
- berekenbaarheid: Turingmachines,
these van Church, stopprobleem
- filosofie van de
kunstmatige intelligentie: sterke vs zwakke AI, Turing
test, Searle's Chinese kamer gedachtenexperiment,
kunnen computers denken?
Doelen:
Na het afronden van de cursus weet de student wat (wetenschaps)filosofie
is en hoe deze zich verhoudt tot de wetenschap. Hij kent de diverse soorten
wetenschap die kunnen worden onderscheiden. Hij weet de grote lijnen van de
filosofische stromingen in de wiskunde als voorbeeld van een formele wetenschap,
de stromingen in de filosofie van de empirische wetenschappen (inclusief het
standaardbeeld met de empirische cyclus), de grondslagen van het begrip
berekenbaarheid en de filosofische ideeen die ten
grondslag liggen aan de kunstmatige intelligentie. Hij is tevens in staat
discussies te voeren over deze onderwerpen en deze compact samen te vatten.
Daarnaast is hij in staat zich te verdiepen in een zelf gekozen, met het vak
gerelateerd, onderwerp en hierover een scriptie te schrijven.
http://www.cs.uu.nl/education/vak.php?vak=INFOFIL&jaar=2008
|
|
|