De student heeft inzicht in de ontwikkeling van taalfilosofie vanaf Frege en kan op competente manier verschillende taalfilosofische posities evalueren.
|
|
Centraal in het college staan de vragen: Wat is
betekenis? Wat is de relatie tussen woorden en dingen? Wat is waarheid? Deze
vragen worden behandeld aan de hand van de ideeën van filosofen als Frege,
Russell, Wittgenstein en Grice. Er worden opdrachten gegeven om het eigen
nadenken te stimuleren. In de werkgroepen worden deze opdrachten besproken.
|
|